Toelichting op de theorie
De Terminale Patiënt
Terminale patiënten zijn vaak moeilijk te vervoeren, doordat er allerlei medische apparatuur mee moet en meestal één of twee verzorgenden. Daardoor komt deze categorie patiënten in de ambulante praktijk vaker voor dan in de reguliere praktijk, hoewel daar geen onderzoek naar is gedaan. A. de Graeff* stelt, dat 20 % van de palliatief-terminale patiënten last heeft van pijn in de mond en 40% van een droge mond. J. Durlacher (tandarts) stelt, dat 30% van deze patiëntencategorie schimmelinfecties in de mondholte heeft. Cariës (uiteindelijk ook infectieus van aard) komt voor bij 30%. Daar komt bij dat de terminale patiënt bij uitstek een categorie is, die relatief veel comorbiditeit vertoont: bijwerkingen van allerlei medicijnen, complexe psychologische problematiek betreffende het aanstaande sterven en ook de sociale omgeving hebben moeilijk in te schatten effecten. Het behoeft daarom geen betoog, dat enige kennis van terminale patiënten onontbeerlijk is in de ambulante tandheelkunde.
Reanimatie
Ondanks het feit dat de levensverwachting in ons deel van de wereld flink is toegenomen, geldt dat niet voor de periode dat een individu gezond blijft. Daar komt bij, dat de gemiddelde ligduur voor patiënten die gehospitaliseerd zijn, afneemt. Veel meer dan vroeger worden patiënten poliklinisch of in dagbehandeling behandeld. D.m.v. intensieve medicatie blijven ernstig zieke patiënten vaak lang in een stationaire maar risicovolle conditie. In deze conditie zoekt men vaker dan voorheen tandheelkundige hulp, omdat men tegenwoordig langer over de eigen dentitie beschikt. In de ambulante tandheelkunde onderscheiden zich de patiënten van de reguliere praktijk onder andere doordat ze ouder zijn, zieker zijn, meer medicijnen gebruiken, vaak meervoudig gehandicapt zijn en vaker last hebben van tandartsangst. Het is niet voor niets, dat patiënten een tandarts laten komen; mensen die gezond zijn gaan uiteraard zelf naar de tandarts. Basale kennis van reanimatie in geval van noodsituaties is daarom voor de ambulante tandarts van meer gewicht dan voor de algemene practicus. Er wordt op de cursus daarom geoefend in reanimatie met beademing en hartmassages op een oefentorso, alsmede het aansluiten van een Automatische Externe Defibrillator (AED).
1 | | | 2 | | | 3 |